De niet leuke lolbroek.
Het was geen prachtig golfweer, het miezerde, er waaide een stevige bries en het was ook nog te koud voor de tijd van het jaar.
Ik speel altijd met Anton, die ook wel eens Oom Anton genoemd vanwege zijn enorme postuur gelijk aan dat van Anton Geesink. Anton is mijn vriend en van huis uit erg stil. Een man van weinig woorden, of eigenlijk bijna helemaal geen woorden. Anton is echt kolossaal en lompsterk, enorm gespierd en lijkt ontegenzeggelijk en nauwgezet op een zeer uit de kluiten gewassen Neanderthaler. Hij heeft een grove kop met zeer geprononceerde oogkassen, brede neus, donkere vaak ongekamde lange haren en wenkbrauwen die doorlopen tussen de donkere ogen. Paleontologen zouden graag en wild enthousiast de schedel van mijn vriend, de goedzak, willen bestuderen en dit mysterie van regeneratief DNA materiaal willen ontsluiten. Ik kan me voorstellen dat deze wetenschappers wakker zouden kunnen liggen met de vraag hoe zijn schedel op korte termijn te kunnen scheiden van de gebruiker zonder het vooruitzicht van een jarenlange gevangenisstraf.
Anton is een verlegen beul van meer dan twee meter met boomstammen als armen. Het verhaal gaat dat hij tijdens een verhuizing ooit vergat dat hij nog een wasmachine op zijn rug droeg toen hij een zware bank wilde oppakken.
Vandaag had hij zich voorgenomen zo serieus mogelijk te spelen. Streef naar volledige focus en sluit de omgevingsfactoren zoveel mogelijk uit, had zijn pro in de laatste les gezegd.
We speelden op een commerciële baan waar het toevoegen van medespelers de gewoonste zaak van de wereld is. Het contrast had alleen niet groter kunnen zijn.
Op de eerste tee verwelkomden wij een zeer iel mannetje, in het zuiden ook wel een min menneke genoemd. Een echt klein ventje, bijna helemaal kaal en met een onverklaarbare constante glimlach op zijn, sorry dat ik het zomaar plompverloren zeg, muizebekkie. Die constante glimlach was vreemd en ongepast omdat gewoon de aanleiding tot glimlachen helemaal ontbrak. Hij stelde zich voor als Guido. Het gaf direct al een onaangenaam gevoel en logischerwijs vroegen Anton en ik ons af of deze glimlach zich 18 holes lang zou manifesteren. Deze gedachte riep direct al enige irritatie op maar vanzelfsprekend verkreeg het minne menneke het voordeel van de twijfel. Maar waar haalde ie eigenlijk dan toch de moed vandaan om ons zomaar blijvend te trakteren op die rare glimlach na die kennismaking op de eerste hole. Dunne armpjes en een wat krakend piepstemmetje maakten het beeld van een min menneke compleet. “Zo, als ik jou zo bekijk kun jij wel van wit afslaan en ik dan maar van blauw” zei Guido de kleine lolbroek tegen Anton. Humor was altijd zijn wapen geweest tegen het levenslang gepest worden en hij had het naar zijn eigen idee tot een kunst verheven.
Zijn speelpartner stelde zich voor als Ronald en zag er gemiddeld uit, in alles. In postuur, qua kleding en houding. Fijne ronde Ronald!
Anton had Guido en Ronald nog wel prettige ronde gewenst maar hij was daarna stil, helemaal stil. De lolbroek toverde na het eerste prachtige teeshot van Anton het eerste oubollige cliché uit de hoge hoed.
“Zover ga ik niet eens op vakantie” sprak het blijvend glimlachende muizebekkie. Het 2e cliché diende zich ook al aan op de eerste green toen Anton zijn parputt van iets meer van een meter miste. “Driving is for show putting is for dough”. De lach die ermee gepaard ging voelde aan als minachtend en zonder empathisch vermogen. Zoiets doet hij natuurlijk niet expres dacht ik nog. Maar iemand zou hem erop moeten wijzen dat ongevraagde intens slechte humor een averechtse uitwerking kan hebben.
Ik voelde ook al aan dat Anton zich afvroeg of dit menneke zijn zichzelf opgelegde focus zou volledig verstoren.
De tweede drive van Anton complimenteerde ik met de opmerking dat ie kaarsrecht en lang was.
Direct daarop kwam de duidelijk te hard uitgesproken en altijd vervelende; “Dat zei mijn vrouw ook vannacht”. De glimlach maakte tijdelijk plaats voor een gefakete schaterlach.
De volgende holes kwamen er nog meer:
“Oefffff, wat een hazennaaier, nou die konijnen weet ook wel waar ze moeten zijn”. “Hé, haal die swing eens door, denk maar aan je schoonmoeder”. Hurkend: “Tegen de wind in probeer ik altijd mijn ballen laag te houden”. “Nou nou, daar zit ijs aan die bal, speelde je hem met je çhipping wood”? De constante clichés en quasi grappige opmerkingen werden onophoudelijk op alle flightgenoten afgevuurd.
Een goede komiek heeft interactie met zijn publiek, past zich aan, temporiseert en maak perfect gebruik van bewuste stiltes. Een goede komiek improviseert ook met spontane opmerkingen na reacties van zijn publiek.
Deze lolbroek miste alle overduidelijke signalen! De zware frons op het gezicht van Anton, het kloppen van de aderen in zijn hals, de verloren focus en de woeste blik, de verstoorde motoriek met als gevolg slechte drives op hole 5 en 6, het verstarren van de spieren bij het chippen, de oerkreet die opwellende agressie binnenhield en zelfs het moment waarop Oom Anton de sandwedge met zoveel kracht terug in de tas ramde dat de grip er aan de onderkant doorheen schoot. Anton zonderde zich af van de flight, liep bewust wat achterop en was stil, erg stil.
p de 9e hole sloeg Anton na een mooie drive zijn bal toch behoorlijk ongelukkig net in het water, net iets teveel naar rechts gemikt! De lolbroek merkte op: “A dry ball is a happy ball”
Anton stopte zeer bedachtzaam maar onheilspellend zijn driver in de tas, keerde zich om en liep uiterst kalm naar de Guido de lolbroek.
Probeer je het volgende tafereel eens voor te stellen. King Kong die de mooie en verbaasd kijkende blondine in één hand optilt en je ziet haar kleine witte spartelende armpjes heen en weer gaan. Dit beeld is treffend als vergelijking toen Anton het minne menneke met het muizebekkie met beide armen vastgreep en de lolbroek met gemak zo’n 6 meter ver in het water wierp!
Hij zei; “A dry golfer is a happy golfer” en liep naar zijn tas, pakte hem met één hand op en zonder omkijken vertrok hij naar het parkeerterrein.
McThoth